Anton in het museum
Mirjam van Houten
€16,99
Details
Anton stapt uit bed, kleedt zich aan, eet een boterham en neemt de bus naar kantoor. Elke dag hetzelfde liedje. Totdat Anton op een dag een poster ziet van een schilderij. Hij laat de bus voorbij rijden en gaat naar het museum.
En dan wordt alles anders…
Mirjam van Houten (1977) werkte als journalist en tekstschrijver, tot ze in 2010 het roer omgooide en zich specialiseerde in het schrijven en illustreren van kinderboeken.
Met succes, want er verschenen sedertdien maar liefst vijf kinderboeken van haar hand:
Tije (2016) – vertaald in het Faeröers en geselecteerd voor de IBBY-honourlist
By beppe útfanhûs, vertaald in het Faeröers, Ladinisch en Noordfries, bekroond met de Diet Huber illustratieprijs.
Jelle en Juf (2022), in 2025 bekroond met de Simke Kloostermanprijs
It Grutte Pake en Beppe Foarlêsboek (2023)
Anton in het museum (2025) – enkele illustraties uit dit boek maakten in de zomer van 2024 deel uit van de expositie Verhaald – Verbeeld in museum Belvédère (Heerenveen).
Het werk was van februari tot en met 11 mei 2025 te zien in de Koppelkerk te Bredevoort, als onderdeel van de expositie: Verhalen Verbeelden Vrijheid.
De recensie uit de NRC: Prentenboek ‘Anton in het museum’ zet kleur tegenover de sleur
Recensie Aukelien Weverling: Om kwart voor acht ‘s ochtends eet Anton ‘een hardgekookt eitje en een boterham met frambozenjam’. Daarna pakt hij de bus naar zijn werk. Het regent als hij de bus pakt. De lezer kijkt van buitenaf een beslagen bus binnen, waarin een vrouw worstelt met een regenpak, een klein jongetje heeft de damp van het raam gewist zodat hij naar buiten kan kijken. Mooi zijn de met potlood getekende details in de illustraties, die fijntjes afsteken tegen de verf.
In laconieke zinnen beschrijft prentenboekenmaakster Mirjam van Houten de situatie: „Op kantoor heeft Anton een bureau met veel mappen […] Anton vindt zijn werk niet echt leuk, maar ook niet heel erg vervelend. Het gaat wel.” We zien Anton zitten achter zijn bureau. Hij heeft zijn aandacht gevestigd op een ketting van paperclips die hij aan het maken is. Overal op zijn bureau liggen dichtgeslagen mappen met gele post-its. Van Houten weet de verveling die meekomt met grijze dagen en duffe kantoorbanen goed te vangen. Daardoor wordt het contrast dat zij langzaam aanbrengt ook zo indrukwekkend.
Op een dag rijdt de bus Anton voorbij, hij ziet hem niet, want hij staart naar een schilderij op een poster. Als hij dat in het echt wil zien moet hij naar een museum. Vanaf die woorden speelt Van Houten met heldere kleuren, die fel afsteken tegen de grauwe sleur van alledag „Anton koopt een kaartje en dan mag hij de schilderijen in het echt zien.” Hij ziet bloemen,vogels. Van Houten gebruikt neonroze in de schilderijen die Anton ziet in het museum, die fel afsteken tegen een lichtgrijze achtergrond en de in donkere kleding gehulde Anton. Ze trekken de aandacht van de lezer, zoals ze de aandacht van Anton hebben gegrepen. Als hij thuiskomt is alles veranderd. De schilderijen laten hem niet meer los en als hij de volgende ochtend wakker wordt, zit er zelfs een sip vogeltje uit een van de schilderijen op zijn bed. Hij mist de bloemen, de kleuren uit het museum.
Het is het laatste duwtje dat Anton nodig heeft om naar Kwast en Co te gaan. Het is het begin van een nieuw leven als kunstenaar.
Anton in het museum is tweetalig uitgebracht. Dat is maar goed ook, want dit boek dat vertelt hoe kunst de sleur doorbreekt en het leven bijzonder maakt is er daardoor voor alle Nederlandse lezers.
Bron: NRC