Geen producten in de winkelwagen.
Details
François HaverSchmidt/Piet Paaltjens en Foudgum.
‘Sinds bijna twee maanden sleepte ik mijn plantenbestaan voort onder Frieslands graauwen hemel’, klaagt François HaverSchmidt, bij het grote publiek bekend als de dichter Piet Paaltjens, in een brief aan een Leidse studievriend. In 1859 begint hij zijn carrière als dominee in het piepkleine Foudgum. Hij is er afwisselend opgetogen en doodongelukkig. De periode wordt van grote invloed op zijn indrukwekkend eindigende leven.
Waar de dichter-dominee in het Friese dorpje tegenaan loopt, is weergegeven in dit boek. Het boek is gecentreerd rond twee teksten van hemzelf: Mijn eerste gemeente (1880), een terugblik op zijn grijze tijd in het noordoosten van Fryslân. En Vreemdeling in het land van de alledaagse werkelijkheid. (1861), geschreven in de Foudgumse pastorie als toekomstvisioen voor die onherbergzame, maar bijzondere streek.
In die toekomst zijn wij nu aanbeland. Wat is ervan terechtgekomen? En zien wij het nu anders dan HaverSchmidt/Paaltjens? Hoe is de sfeer in het huidige dorp? Johannes Keekstra, schrijver van dit boek en opgegroeid in de schaduw van de kerktoren, spreekt er uit ervaring over.
Johannes Keekstra (1980) studeerde Deocent Nederlands en werkte als communicatieadviseur, persvoorlichter en (muziek)journalist. Hij is acteur, regisseur en tekstschrijver in het (Friese) amateurtheater.
