Geen producten in de winkelwagen.
Details
Fimme Lap, geboren en getogen in Wettergea, werkt sinds zijn veertiende op een helling in het dorp. Zijn vrije tijd besteed hij aan vissen. Hij is in een gezin met acht kinderen de enige, die in zijn geboorteplaats is blijven hangen. Hij is getrouwd en heeft drie kinderen. Wanneer hij vijfenveertig is maakt hij kennis met een Duitse kunstenaar. Die woont met zijn vrouw in Wettergea en de omgang met Helmut Wahrig brengt Fimme ook tot de schilderkunst. Naast hellingman en vrijetijdsvisser wordt hij ook schilder. Dat het schilderen een grote passie wordt, heeft zijn effect op zijn vrouw Tetsje. Het heeft gevolgen voor Fimme zijn leven met haar en Tetsje zet ook een stap.
Tussen Fimme en Helmut bestaat meer aansluiting dan alleen op het gebied van de kunst. Fimme is hellingman, Helmut zijn vader was dat ook. Een dodelijke gebeurtenis in de Tweede Wereldoorlog in Wettergea verbindt hen en ook het feit dat ze beide de oorlogsellende zijn ontlopen, Fimme de tewerkstelling in Duitsland en Helmut hoefde het leger niet in. Naast de interesse voor kunst en literatuur slaat Helmut zijn fascinatie voor het leven en de kunst van Joseph Beuys, zijn tegenpool in de kunst, op Fimme over.
Het leven van Fimme Lap is Piter Boersma zijn twaalfde prozawerk. Daarnaast publiceerde hij tien gedichtenbundels. In 1998 werd hem voor zijn roman It libben sels de Gysbert Japicx-prijs toegekend.
