Geen producten in de winkelwagen.
Details
In 1953 begint een groepje jonge mensen met het uitgeven van het literaire tijdschrift De Golle. Het beleeft maar drie nummers, dan wordt het overgenomen door twee Amsterdamse studenten en voortgezet onder de titel Quartrebras. Het gaat niet alleen om een naamsverandering, redactie en schrijvers noemen henzelf ‘experimenteel’. Dat is het begin van een tijdperk van misstand, roddel en ruzie.
Wat ‘experimenteel’ is weet niemand en de redactie maakt dat ook niet duidelijk. Wat opvalt is dat de gedichten soms ‘raar’ gedrukt worden en dat de schrijvers niet altijd even serieus bezig zijn. Ze lijken geen respect te hebben voor de lezer, nog voor de poëzie.
In 1959 barst de bom. Hessel Miedema publiceert een gedicht met de regel ‘dêrom lei er de kul oer it skouder en reizge floitsjend ôf.‘ De ruzies leiden zelfs tot het niet toekennen van subsidies aan Quartrebras.
Met De kul oer it skouder reconstrueert Trinus Riemersma de vete en schrijft in het voorwoord: ‘It meast nijsgjirrige oan it bestean fan it tydskrift Quartrebras is de argewaasje dy’t it útlokke.’
